Veelvoorkomende pompvloeistoffen

Schoon water
Om alle pomptestcurves tot een gemeenschappelijke basis te brengen, zijn de pompkarakteristieken gebaseerd op helder water bij omgevingstemperatuur (doorgaans 15℃) met een dichtheid van 1000 kg/m³.
Het meest gebruikte materiaal voor de constructie van schoon water is een geheel gietijzeren constructie of een gietijzeren behuizing met bronzen onderdelen. Bij het pompen van schoon water, of water dat beter gedefinieerd wordt als neutraal met een soortelijk gewicht van 1 en zonder vaste stoffen,eindzuigpompenen horizontaalgespleten behuizingpompenworden het meest gebruikt. Wanneer hoge opvoerhoogtes vereist zijn, worden meertrapspompen gebruikt.
Wanneer ontwerpers beperkt zijn in de ruimte voor de pomphuizen, worden verticale units van het type gemengde stroming, axiale pompen of turbinepompen gebruikt.

Zeewater als corrosief medium
Zeewater heeft een totaal zoutgehalte van ongeveer 25 g/ℓ. Ongeveer 75% van het zoutgehalte bestaat uit natriumchloride (NaCl). De pH-waarde van zeewater ligt meestal tussen 7,5 en 8,3. In evenwicht met de atmosfeer bedraagt het zuurstofgehalte bij 15 °C ongeveer 8 mg/ℓ.
Ontgast zeewater
In bepaalde gevallen wordt zeewater chemisch of fysisch ontgast. Hierdoor neemt de agressiviteit aanzienlijk af. Bij chemische ontgassing is het belangrijk dat het ontgassen tijd kost. Het is daarom van groot belang dat de ontgassing, oftewel het verwijderen van de zuurstof, volledig is voltooid voordat het zeewater de pomp instroomt.
Voorzichtigheid is geboden tijdens de werking: er kan beluchting optreden door instroom van lucht. Hoewel de instroom in de tijd beperkt is, kan er onder bepaalde omstandigheden snel schade aan de materialen optreden als er bij de materiaalkeuze geen rekening wordt gehouden met de aanwezigheid van zuurstof. Als zuurstofinstroom tijdens de werking van de pomp niet kan worden uitgesloten, moet er in het algemeen van worden uitgegaan dat het zeewater zuurstof bevat.
Brak water
Met 'brak water' wordt zoet water bedoeld dat sterk verontreinigd is met zeewater. Wat de materiaalkeuze betreft, gelden voor het transport van brak water dezelfde richtlijnen als voor zeewater. Bovendien bevat brak water vaak ammoniak en/of waterstofsulfide. Zelfs een laag gehalte waterstofsulfide, namelijk in de orde van enkele milligrammen per liter, veroorzaakt een sterke toename van de agressiviteit.

Zeewater uit ondergrondse bronnen
Zout water uit ondergrondse bronnen heeft vaak een veel hoger zoutgehalte dan zeewater, vaak rond de 30%, net onder de oplosbaarheidsgrens. Ook hier is keukenzout het hoofdbestanddeel. De pH-waarde is meestal relatief laag (tot ongeveer 4), wat betekent dat het water zuur is. Terwijl het zuurstofgehalte zeer laag of zelfs nihil is, kan het H₂S-gehalte enkele honderden milligrammen per liter bedragen.
Zulke zure zoutoplossingen die H₂S bevatten, zijn zeer corrosief en vereisen speciale materialen.
Vanwege het hoge zoutgehalte en afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden moet men rekening houden met een zekere mate van zoutneerslag. In dergelijke gevallen moeten passende maatregelen worden genomen met betrekking tot het ontwerp, de werking en de materiaalkeuze.
Corrosie in zeewater
De gebruikte materialen moeten niet alleen een voldoende hoge weerstand bieden tegen uniforme corrosie, maar ook tegen lokale corrosie, met name putcorrosie en spleetcorrosie. Dergelijke corrosieverschijnselen doen zich vooral voor bij zelfpassiverende ferro-legeringen (roestvast staal). Zogenaamde 'stand-by'-pompen, die slechts intermitterend draaien, lopen het risico op stilstandcorrosie; overstroming met vers water vóór een stilstand of periodieke herstart wordt als voordelig beschouwd.
De verschillendezeewaterpompComponenten moeten van hetzelfde type materiaal gemaakt zijn om galvanische corrosie te voorkomen. Het potentiaalverschil tussen de afzonderlijke materialen moet zo laag mogelijk zijn. Indien echter om ontwerpredenen verschillende materialen moeten worden gebruikt, moeten de oppervlakken van het minder edele metaal die in contact komen met het water, groter zijn dan die van het edele metaal. Figuur 5 geeft informatie over het gevaar van galvanische corrosie bij de combinatie van verschillende materialen.
Hoge snelheden kunnen leiden tot erosiecorrosie. De gevolgen worden ernstiger naarmate het medium agressiever is en de snelheid hoger. Terwijl de stroomsnelheid het gedrag van roestvast staal en nikkellegeringen slechts in geringe mate beïnvloedt, is dit bij ongelegeerde ferrometalen en koperlegeringen andersom. Figuur 6 geeft kwalitatieve informatie over de invloed van stroomsnelheden. Daarbij moet rekening worden gehouden met de aanwezigheid van zuurstof of H₂S in het medium. Grote hoeveelheden H₂S sluiten de aanwezigheid van zuurstof meestal uit; in dergelijke gevallen is het medium licht zuur, tot een pH van 4.
Materiaalgedrag
Tabel 1 geeft aanbevelingen voor pompmaterialen of combinaties daarvan. Tenzij anders vermeld, geldt de volgende informatie voor zeewater zonder H₂S.
Ongelegeerd staal en gietijzer
Ongelegeerd staal is ongeschikt voor zeewater, tenzij het voorzien is van een geschikte beschermlaag. Gietijzer mag alleen worden gebruikt bij lage snelheden (mogelijk voor behuizingen); in dat geval dient de normale kathodische bescherming van de overige interne onderdelen te worden toegepast.
Austenitische Ni-gietstukken
Ni-Resist 1 en 2 zijn alleen geschikt voor gemiddelde snelheden (tot ongeveer 20 m/s).
Galvanische corrosie in zeewater bij 5-30℃

Plaatsingstijd: 11-03-2025